9. Personele lasten

Het voordelige verschil wordt verklaard doordat in 2023 een aantal vacatures niet zijn ingevuld bij de vakgroepen van Beheer.

Het voordelige verschil wordt met name verklaard doordat het budget voor capaciteit decentrale overheden voor energie- en klimaatbeleid gedeeltelijk is benut. Het niet bestede verschil van € 482.000 wordt doorgeschoven naar 2024. Het resterende verschil van € 210.000 wordt veroorzaakt door een aantal openstaande vacatures.

De overschrijding op de salarislasten van de afdeling Publiekszaken is gerelateerd aan de kosten die gemaakt zijn voor Oekraïne, in dit geval € 811.000 voor inhuur derden, voornamelijk in het kader van beveiliging. Er volgt compensatie vanuit het Rijk voor deze gemaakte kosten. Daarnaast is er per saldo een positief resultaat van € 36.000 welke is ontstaan doordat functies voor langere tijd niet zijn ingevuld in verband met de huidige krappe arbeidsmarkt. Dit maakt in totaal een nadeel van € 775.000.

Het vervangingsbudget bleek in 2023 ontoereikend om de uitval en benodigde vervanging van personeel financieel op te vangen. Het resterende nadeel over 2023 bedraagt € 701.000. Het nadeel op het vervangingsbudget betekent tegelijkertijd per saldo lagere lasten op de reguliere personeelsbudgetten. Bij zowel de 2e trimesterrapportage als de slotwijziging is er daarom voor gekozen om de begroting niet vroegtijdig te wijzigen. Het nadeel van € 701.000 ligt verspreid over alle afdelingen van de organisatie.

In 2023 is voor knelpunten in totaal € 1.299.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag is verdeeld over een structureel budget (€ 815.000) en een eenmalig budget dat bij de jaarrekening 2022 is overgeheveld naar 2023 (€ 484.000). Binnen het structurele deel is een bedrag van € 459.000 verplaatst: € 306.000 naar het vervangingsbudget en € 153.000 naar het  opleidingsbudget. Het structurele deel van het knelpuntenbudget eindigt met een beschikbaar bedrag van € 202.000 en komt ten gunste van het jaarresultaat. Daarnaast is binnen het eenmalige deel een bedrag van € 237.000 verplaatst naar diverse afdelingen voor bijvoorbeeld de inzet van een preventiemedewerker en een beleidsmedewerker participatie. Het eenmalige deel van het knelpuntenbudget eindigt met een beschikbaar bedrag van € 247.000. Wij stellen in deze jaarstukken voor dit bedrag over te hevelen naar 2024.

Er is in 2023 minder geïnvesteerd dan begroot. Dit heeft niet alleen geleid tot een financieel voordeel op de kapitaallasten, maar ook tot een financieel nadeel op de dekking van personele lasten door investeringen. Waar verwacht werd dat de organisatie voor € 838.000 aan uren zou toeschrijven aan de investeringen, kwam de realisatie uit op € 381.000. Het nadeel over 2023 bedraagt daardoor € 456.000.

Met name bij de projecten Oosterveld en Peize-Zuid zijn minder uren door eigen personeel verantwoord. Dit leidt logischerwijs tot een lagere dekking door de grondexploitaties.

Het nadeel van te weinig geschreven uren is ontstaan door uitval van medewerkers waardoor uitzendkrachten zijn ingehuurd. Uitzendkrachten schrijven geen uren en de kosten worden rechtstreeks in de kostenplaats afvalstoffenheffing geboekt.

De hogere dekking uit de overige tarieven (leges) is toe te schrijven aan een hoger dan begrote kostendekkendheid van de meeste diensten en in het bijzonder op de omgevingsvergunningen. Veel aanvragen ten aanzien van de omgevingsvergunningen zijn door een externe partij afgehandeld. Deze partij schrijft geen uren, waardoor er bij de berekening wordt uitgegaan van de normuren. Er zijn veel aanvragen ontvangen en afgehandeld in 2023, waaronder ook een groot aantal projecten. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een relatief hoge kostendekkendheid. Er zijn meer reisdocumenten aangevraagd dan begroot, waardoor er ook meer uren zijn gemaakt. Dit komt voornamelijk doordat sinds 2021 voor het reizen naar het Verenigd Koninkrijk een paspoort nodig is.